Differences between revisions 13 and 29 (spanning 16 versions)
Revision 13 as of 2005-10-31 11:52:29
Size: 6251
Editor: ip43-37-166-62
Comment:
Revision 29 as of 2005-10-31 16:59:59
Size: 12005
Editor: ip43-37-166-62
Comment:
Deletions are marked like this. Additions are marked like this.
Line 3: Line 3:
De Europese Commissie wil dat octrooiinbreukplegers en schenders van andere "intellectuele eigendomsrechten" tot gevangenisstraffen veroordeeld worden, dat hun bedrijfsmiddelen geconfisqeerd worden en dat zij een beroepsverbod krijgen. Dit blijkt uit een voorstel voor een richtlijn en kaderbesluit dat de Commissie naar het Europees Parlement gestuurd heeft. Er is geen enkel onderzoek naar de noodzaak van deze wetgeving gedaan. De Commissie schendt het subsidiariteitsprincipe. De Europese Commissie wil dat schenders van auteursrecht, merkenrecht, octrooirecht en om het even welk ander "intellectueel eigendomsrecht" tot gevangenisstraffen veroordeeld worden, dat hun bedrijfsmiddelen geconfisqeerd worden en dat zij een beroepsverbod krijgen. Dit blijkt uit een voorstel voor een richtlijn en kaderbesluit dat de Commissie naar het Europees Parlement gestuurd heeft. Er is geen enkel onderzoek naar de noodzaak van deze wetgeving gedaan. De Commissie schendt het subsidiariteitsprincipe.
Line 5: Line 5:
De Commissie stelt dat deze wetgeving noodzakelijk is. Regelrechte piraterij is echter al in Europese landen verboden. Zijn er landen waar dat niet het geval is? De Commissie weet het niet en laat het niet weten: er ligt aan haar voorstel geen onderzoek ten grondslag. Het TRIPS verdrag verplicht landen al schending van "intellectuele eigendom" strafbaar te stellen. Is het TRIPS verdrag onvoldoende? Is de in 2004 aangenomen Intellectual Property Rights Enforcement Directive (IPRED) onvoldoende? We kunnen het niet weten, deze richtlijn wordt nu pas geimplementeerd. Het voorstel veegt zaken als auteursrecht, octrooirecht en merkenrecht op een hoop en verstoort subtiele balansen in nationale strafrechtstelsels. Een vergelijking tussen Europese strafrechtstelsels op dit punt? Ontbreekt. Een vergelijking tussen verschillende "intellectuele eigendomsrechten"? Ontbreekt. Straffen zijn draconisch: gevangenis, inbeslagname, beroepsverbod. Rechthebbenden mogen de politie assisteren, helpen conclusies te trekken. De gevolgen voor de onbevooroordeeldheid van politieonderzoek? Er is geen onderzoek naar gedaan. Kunnen rechthebbenden misbruik plegen, door onderzoek bij concurrenten te bevorderen? De Commissie stelt dat deze wetgeving noodzakelijk is. Regelrechte piraterij is echter al in Europese landen verboden. Zijn er landen waar dat niet het geval is? De Commissie weet het niet en laat het niet weten: er ligt aan haar voorstel geen onderzoek ten grondslag. Het TRIPS verdrag (regels in verband met het Wereldhandelsverdrag, 148 leden) kent strenge verplichtingen voor landen om schending van "intellectueel eigendom" strafbaar te stellen. Is het TRIPS verdrag onvoldoende? Is de in 2004 aangenomen Intellectual Property Rights Enforcement Directive (IPRED) onvoldoende? We kunnen het niet weten, deze richtlijn wordt nu pas geimplementeerd. Het voorstel veegt zaken als auteursrecht, octrooirecht en merkenrecht op een hoop en verstoort subtiele balansen in nationale strafrechtstelsels. Een vergelijking tussen Europese strafrechtstelsels op dit punt? Ontbreekt. Een vergelijking tussen verschillende "intellectuele eigendomsrechten"? Ontbreekt. Straffen zijn draconisch: gevangenis, inbeslagname, beroepsverbod. Rechthebbenden mogen de politie assisteren, helpen conclusies te trekken. Dit roept nogal wat vragen op. Wat zijn de gevolgen voor de onbevooroordeeldheid van politieonderzoek? Kunnen rechthebbenden misbruik plegen, door onderzoek bij concurrenten te bevorderen? Waar eindigt het algemene belang, waar begint bedrijfsbelang, waar begint misbruik? Fundamentele vragen die het hart van onze rechtsstaat raken. Zonder antwoorden. Hoe ver mag het privatiseren van de politie gaan? De enthousiaste constatering van de Commissie dat de grondrechten ("Intellectuele eigendom is beschermd.") wel varen bij deze richtlijn wekt dan ook verbazing op.
Line 7: Line 7:
In bijvoorbeeld een privaatrechtelijke octrooiinbreukzaak kost het vaak weken om achteraf vast te stellen of een octrooi wel terecht is toegekend. Er zijn dus niet alleen de gewone bewijsproblemen, het is zelfs onduidelijk of het recht dat geschonden zou worden wel een recht is, of er überhaupt iets te schenden valt. Voor vervolging is dit een te wankele basis, dit tast de rechtszekerheid aan. Ook andere "intellectuele eigendomsrechten" kennen dit probleem. De Commissie zwijgt hierover in alle talen. In bijvoorbeeld een privaatrechtelijke octrooiinbreukzaak kost het vaak weken om achteraf vast te stellen of een octrooi wel terecht is toegekend. Er zijn dus niet alleen de gewone bewijsproblemen, het is zelfs onduidelijk of het recht dat geschonden zou worden wel een recht is, of er überhaupt iets te schenden valt. Voor vervolging is dit een te wankele basis, dit tast de rechtszekerheid aan. Ook andere "intellectuele eigendomsrechten" kennen dit probleem. De Commissie zwijgt hierover in alle talen. Het strafrecht dient volgens een goed oud beginsel het "ultimum remedium" te zijn. Tevens is het een goed uitgangspunt dat bedrijven de kosten van de handhaving van hun rechten niet op de belastingbetaler afwentelen. De politie is er voor het algemene belang, niet voor bedrijfsbelang.
Line 9: Line 9:
In landen waar octrooiinbreuk strafbaar is, komt het voor zover wij weten nooit tot vervolging. De noodzaak van strafbaarstelling ontbreekt dus overduidelijk. Het is een volstrekt raadsel waar de Commissie de noodzaak van strafbaarstelling over de hele linie van "intellectuele eigendomsrechten" vandaan haalt. Professor Bernt Hugenholtz hield (ten tijde van de IPRED richtlijn, toen de strafbaarstelling nog niet verwijderd was) een voordracht onder de sarcastische titel: "The EU Enforcement Directive: Why Not the Death Penalty?" In landen waar octrooiinbreuk strafbaar is, komt het voor zover wij weten nooit tot vervolging. De noodzaak van strafbaarstelling ontbreekt dus overduidelijk. Het is een volstrekt raadsel waar de Commissie de noodzaak van strafbaarstelling over de hele linie van "intellectuele eigendomsrechten" vandaan haalt.

De hele verantwoording van het voorstel beslaat niet meer dan een A4. Er wordt van alles in genoemd, van "bedreiging voor de nationale economieën en de landen" via "schadelijk voor de goede werking van de interne markt" en "doeltreffende bestrijding van namaak en piraterij" tot "problemen op het gebied van consumentenbescherming,
met name wanneer de volksgezondheid en de veiligheid in het geding zijn". Nergens worden deze problemen onderbouwd of aangetoond dat deze richtlijn ze zal verhelpen. De Commissie stelt zeer vergaande regelgeving voor en heeft er niet meer dan een A4tje voor over om het toe te lichten.

Professor Bernt Hugenholtz hield (ten tijde van de eerste IPRED richtlijn, toen de strafbaarstelling uit die richtlijn nog niet verwijderd was) een voordracht onder de sarcastische titel: "The EU Enforcement Directive: Why Not the Death Penalty?"
Line 21: Line 26:
Het Europees Octrooi Bureau, dat geld verdient aan het verlenen van octrooien en waartegen geen beroep mogelijk is bij een onafhankelijke rechter, strooit volgens velen met octrooien. De door het ministerie van Economische Zaken ingestelde Adviescommissie Software Octrooien stelde vast dat er octrooien verleend worden voor uitvindingen die geeneens nieuw zijn, of geen bijdrage aan de techniek leveren. Onbewuste "independent (re)discovery" komt zeer veel voor, er loopt bij wijze van spreken geen onschuldige softwareontwikkelaar meer rond. Het Europees Octrooi Bureau, dat geld verdient aan het verlenen van octrooien en waartegen geen beroep mogelijk is bij een onafhankelijke rechter, strooit volgens velen met octrooien. De door het ministerie van Economische Zaken ingestelde Adviescommissie Software Octrooien stelde vast dat er octrooien verleend worden voor uitvindingen die niet eens nieuw zijn, of geen bijdrage aan de techniek leveren. Onbewuste "independent (re)discovery" komt zeer veel voor, er loopt bij wijze van spreken geen onschuldige softwareontwikkelaar meer rond.
Line 23: Line 28:
Vervolging kan ook zonder klacht plaats vinden. Hoe de politie zou kunnen weten of er een licentie verleend is, is een raadsel - licenties zijn vormvrij. Hierboven beschreven wij reeds hoe gecompliceerd het is om achteraf vast te stellen of een octrooi wel terecht is verleend. In Nederland is octrooiinbreuk al strafbaar. Het komt, gelukkig maar, nooit tot vervolging. De regering stelde al eens voor deze strafbaarstelling uit het strafrecht te verwijderen. De richtlijn zou dit onmogelijk maken. Vervolging kan ook zonder klacht plaats vinden. Hoe de politie zou kunnen weten of er een licentie verleend is, is een raadsel - licenties zijn vormvrij. Hierboven beschreven wij reeds hoe gecompliceerd het is om achteraf vast te stellen of een octrooi wel terecht is verleend. In Nederland is octrooiinbreuk al strafbaar. Het komt, gelukkig maar, nooit tot vervolging. De regering stelde al eens (wat ons betreft volkomen terecht) voor deze strafbaarstelling uit het strafrecht te verwijderen. De richtlijn zou dit onmogelijk maken.
Line 39: Line 44:

Engelse tekst:

http://europa.eu.int/eur-lex/lex/LexUriServ/site/en/com/2005/com2005_0276en01.pdf


== Vertaling ==

Terzijde zij opgemerkt dat de Nederlandse vertaling storende fouten bevat. Art 2.1 en 2.2 van de Nederlandse tekst wekt de suggestie dat er een inspanningsverplichting bestaat om tot vervolging over te gaan. Dit blijkt niet uit de Engelse en Franse tekst.

------------------


Zie ook: http://www.ipred.org







-----------------------------------------

NL 2 NL
VERANTWOORDING VAN HET VOORSTEL
Namaak en piraterij en meer in het algemeen inbreuken op de intellectuele eigendom zijn een
voortdurend toenemend verschijnsel dat inmiddels een internationale omvang heeft
aangenomen en een ernstige bedreiging voor de nationale economieën en de landen vormt. De
verschillen in de nationale sanctieregelingen zijn niet alleen schadelijk voor de goede werking
van de interne markt, maar bemoeilijken bovendien een doeltreffende bestrijding van namaak
en piraterij. Afgezien van de economische en sociale gevolgen die namaak en piraterij met
zich brengen, veroorzaken zij ook problemen op het gebied van consumentenbescherming,
met name wanneer de volksgezondheid en de veiligheid in het geding zijn. De ontwikkeling
van het gebruik van het internet maakt het mogelijk piraatproducten onmiddellijk en
wereldwijd te verspreiden. Tot slot lijken er ook in toenemende mate banden te bestaan met
de georganiseerde criminaliteit. De bestrijding van dit verschijnsel is daarom voor de
Gemeenschap van essentieel belang. Namaak en piraterij zijn immers net zo attractief
geworden als andere grootschalige criminele activiteiten, zoals de drugshandel. De potentiële
winsten zijn erg hoog en de mogelijke strafrechtelijke sancties niet in evenredigheid daarmee.
Richtlijn 2004/48/EG betreffende de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten moet
daarom worden aangevuld met strafrechtelijke bepalingen om namaak en piraterij krachtiger
en efficiënter te kunnen bestrijden. Naast de in Richtlijn 2004/48/EG vastgelegde civiel- en
bestuursrechtelijke maatregelen, procedures en rechtsmiddelen, zijn in bepaalde gevallen ook
strafrechtelijke sancties een middel om intellectuele-eigendomsrechten te handhaven1.
De inwerkingtreding van de TRIPS-overeenkomst, waarin minimumbepalingen over de
rechtshandhavingsmiddelen betreffende de handelsaspecten van intellectuele eigendom zijn
vastgelegd, is een aanzet tot harmonisering. Strafrechtelijke procedures en sancties behoren
weliswaar tot die middelen, maar doordat de juridische situatie in de Gemeenschap grote
verschillen vertoont, genieten de houders van intellectuele-eigendomsrechten niet overal op
het grondgebied van de Gemeenschap eenzelfde niveau van bescherming. Op het gebied van
strafrechtelijke sancties zijn er met name inzake de strafmaat aanzienlijke nationale
verschillen.
Vanuit het oogpunt van de impact op de grondrechten kan worden vermeld dat dit initiatief als
onmiddellijk doel heeft artikel 17, lid 2, van het Handvest van de grondrechten ("Intellectuele
eigendom is beschermd.") ten uitvoer te leggen. Dit gebeurt door onderlinge aanpassing van
de nationale wetgevingen met volledige inachtneming van de rechtstradities en de
rechtsstelsels van de lidstaten, alsmede van de overige grondrechten en de beginselen die in
het Handvest zijn neergelegd. Bij de keuze van de straffen is uitgegaan van de ernst van de
verschillende strafbare gedragingen, overeenkomstig artikel 49, lid 3, van het Handvest ("De
zwaarte van de straf mag niet onevenredig zijn aan het strafbare feit.").
Aangezien het doel het beste kan worden bereikt op communautair niveau, kan de
Gemeenschap optreden op grond van het in artikel 5 van het Verdrag vastgelegde
subsidiariteitsbeginsel.
1 Zie overweging 28 van Richtlijn 2004/48/EG van 29 april 1994 ("Naast de in deze richtlijn vastgelegde
civiel- en bestuursrechtelijke maatregelen, procedures en rechtsmiddelen, zijn in bepaalde gevallen ook
strafrechtelijke sancties een middel om intellectuele-eigendomsrechten te handhaven".)
Inzake aangelegenheden die onder titel VI van het Verdrag betreffende de Europese Unie
vallen, dient het instrumentarium te worden aangevuld met een kaderbesluit.




Gevangenisstraf voor octrooiinbreuk

De Europese Commissie wil dat schenders van auteursrecht, merkenrecht, octrooirecht en om het even welk ander "intellectueel eigendomsrecht" tot gevangenisstraffen veroordeeld worden, dat hun bedrijfsmiddelen geconfisqeerd worden en dat zij een beroepsverbod krijgen. Dit blijkt uit een voorstel voor een richtlijn en kaderbesluit dat de Commissie naar het Europees Parlement gestuurd heeft. Er is geen enkel onderzoek naar de noodzaak van deze wetgeving gedaan. De Commissie schendt het subsidiariteitsprincipe.

De Commissie stelt dat deze wetgeving noodzakelijk is. Regelrechte piraterij is echter al in Europese landen verboden. Zijn er landen waar dat niet het geval is? De Commissie weet het niet en laat het niet weten: er ligt aan haar voorstel geen onderzoek ten grondslag. Het TRIPS verdrag (regels in verband met het Wereldhandelsverdrag, 148 leden) kent strenge verplichtingen voor landen om schending van "intellectueel eigendom" strafbaar te stellen. Is het TRIPS verdrag onvoldoende? Is de in 2004 aangenomen Intellectual Property Rights Enforcement Directive (IPRED) onvoldoende? We kunnen het niet weten, deze richtlijn wordt nu pas geimplementeerd. Het voorstel veegt zaken als auteursrecht, octrooirecht en merkenrecht op een hoop en verstoort subtiele balansen in nationale strafrechtstelsels. Een vergelijking tussen Europese strafrechtstelsels op dit punt? Ontbreekt. Een vergelijking tussen verschillende "intellectuele eigendomsrechten"? Ontbreekt. Straffen zijn draconisch: gevangenis, inbeslagname, beroepsverbod. Rechthebbenden mogen de politie assisteren, helpen conclusies te trekken. Dit roept nogal wat vragen op. Wat zijn de gevolgen voor de onbevooroordeeldheid van politieonderzoek? Kunnen rechthebbenden misbruik plegen, door onderzoek bij concurrenten te bevorderen? Waar eindigt het algemene belang, waar begint bedrijfsbelang, waar begint misbruik? Fundamentele vragen die het hart van onze rechtsstaat raken. Zonder antwoorden. Hoe ver mag het privatiseren van de politie gaan? De enthousiaste constatering van de Commissie dat de grondrechten ("Intellectuele eigendom is beschermd.") wel varen bij deze richtlijn wekt dan ook verbazing op.

In bijvoorbeeld een privaatrechtelijke octrooiinbreukzaak kost het vaak weken om achteraf vast te stellen of een octrooi wel terecht is toegekend. Er zijn dus niet alleen de gewone bewijsproblemen, het is zelfs onduidelijk of het recht dat geschonden zou worden wel een recht is, of er überhaupt iets te schenden valt. Voor vervolging is dit een te wankele basis, dit tast de rechtszekerheid aan. Ook andere "intellectuele eigendomsrechten" kennen dit probleem. De Commissie zwijgt hierover in alle talen. Het strafrecht dient volgens een goed oud beginsel het "ultimum remedium" te zijn. Tevens is het een goed uitgangspunt dat bedrijven de kosten van de handhaving van hun rechten niet op de belastingbetaler afwentelen. De politie is er voor het algemene belang, niet voor bedrijfsbelang.

In landen waar octrooiinbreuk strafbaar is, komt het voor zover wij weten nooit tot vervolging. De noodzaak van strafbaarstelling ontbreekt dus overduidelijk. Het is een volstrekt raadsel waar de Commissie de noodzaak van strafbaarstelling over de hele linie van "intellectuele eigendomsrechten" vandaan haalt.

De hele verantwoording van het voorstel beslaat niet meer dan een A4. Er wordt van alles in genoemd, van "bedreiging voor de nationale economieën en de landen" via "schadelijk voor de goede werking van de interne markt" en "doeltreffende bestrijding van namaak en piraterij" tot "problemen op het gebied van consumentenbescherming, met name wanneer de volksgezondheid en de veiligheid in het geding zijn". Nergens worden deze problemen onderbouwd of aangetoond dat deze richtlijn ze zal verhelpen. De Commissie stelt zeer vergaande regelgeving voor en heeft er niet meer dan een A4tje voor over om het toe te lichten.

Professor Bernt Hugenholtz hield (ten tijde van de eerste IPRED richtlijn, toen de strafbaarstelling uit die richtlijn nog niet verwijderd was) een voordracht onder de sarcastische titel: "The EU Enforcement Directive: Why Not the Death Penalty?"

http://www.ucc.ie/law/irishlaw/events/cai_30jan04.shtml

Nederland en Frankrijk wezen de Europese grondwet af, de softwarepatentenrichtlijn werd bijna unaniem door het Europees Parlement verworpen. Tijd voor bezinning zou je denken. Integendeel, de Commissie komt met een absurd voorstel dat in het geheel niet onderbouwd is. De Commissie schendt het subsidiariteitsprincipe in ernstige mate.

Nationale en Europarlementariers dienen bij eerste gelegenheid korte metten te maken met richtlijn en kaderbesluit.

Octrooien

Ook schending van octrooien wordt strafbaar gesteld. Dit heeft tot commotie onder softwareontwikkelaars geleid. Het is zo goed als onmogelijk software te schrijven zonder octrooien te schenden. Softwareontwikkelaars werken al in een privaatrechtelijk mijnenveld, daar komt nu een strafrechtelijke dreiging bovenop.

Het Europees Octrooi Bureau, dat geld verdient aan het verlenen van octrooien en waartegen geen beroep mogelijk is bij een onafhankelijke rechter, strooit volgens velen met octrooien. De door het ministerie van Economische Zaken ingestelde Adviescommissie Software Octrooien stelde vast dat er octrooien verleend worden voor uitvindingen die niet eens nieuw zijn, of geen bijdrage aan de techniek leveren. Onbewuste "independent (re)discovery" komt zeer veel voor, er loopt bij wijze van spreken geen onschuldige softwareontwikkelaar meer rond.

Vervolging kan ook zonder klacht plaats vinden. Hoe de politie zou kunnen weten of er een licentie verleend is, is een raadsel - licenties zijn vormvrij. Hierboven beschreven wij reeds hoe gecompliceerd het is om achteraf vast te stellen of een octrooi wel terecht is verleend. In Nederland is octrooiinbreuk al strafbaar. Het komt, gelukkig maar, nooit tot vervolging. De regering stelde al eens (wat ons betreft volkomen terecht) voor deze strafbaarstelling uit het strafrecht te verwijderen. De richtlijn zou dit onmogelijk maken.

Genant

Pikant is dat in het Europees Parlement mevr Fourtou rapporteur is van de richtlijn. Zij is de echtgenote van Jean-Rene Fourtou, CEO van Vivendi (Universal). Een genant geval van belangenverstrengeling.

Patroon

Er is sprake van een patroon. Keer op keer worden de rechten van octrooihouders uitgebreid. Er vind een verschuiving plaats, het gaat er niet meer om een zo goed mogelijk product te maken. Het gaat er om zo veel mogelijk rechten te krijgen, zodat je verdient aan de inspanningen van anderen. Er wordt een kunstmatige, parasitaire realiteit geschapen die Europa verzwakt.

Naam

In 2004 namen de Europese Raad van Ministers en het Europese Parlement een richtlijn aan ter bescherming van "intellectuele eigendomsrechten". Strafbaarstelling van overtreding van deze rechten werd uit de richtlijn verwijderd om snelle aanname van de richtlijn mogelijk te maken. Deze keren nu terug in deze vervolgrichtlijn. De eerste richtlijn heette Intellectual Property Rights Enforcement Directive, kortweg IPRED. De vervolgrichtlijn wordt daarom veelal IPRED2 genoemd. De officiële naam van de richtlijn met bijbehorend kaderbesluit luidt: "RICHTLIJN VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD inzake strafrechtelijke maatregelen om de handhaving van intellectuele eigendomsrechten te waarborgen" en "KADERBESLUIT VAN DE RAAD tot versterking van het strafrechtelijk kader om schendingen van de intellectuele eigendom te bestrijden" {SEC(2005)848}

http://europa.eu.int/eur-lex/lex/LexUriServ/site/nl/com/2005/com2005_0276nl01.pdf

Engelse tekst:

http://europa.eu.int/eur-lex/lex/LexUriServ/site/en/com/2005/com2005_0276en01.pdf

Vertaling

Terzijde zij opgemerkt dat de Nederlandse vertaling storende fouten bevat. Art 2.1 en 2.2 van de Nederlandse tekst wekt de suggestie dat er een inspanningsverplichting bestaat om tot vervolging over te gaan. Dit blijkt niet uit de Engelse en Franse tekst.


Zie ook: http://www.ipred.org


NL 2 NL VERANTWOORDING VAN HET VOORSTEL Namaak en piraterij en meer in het algemeen inbreuken op de intellectuele eigendom zijn een voortdurend toenemend verschijnsel dat inmiddels een internationale omvang heeft aangenomen en een ernstige bedreiging voor de nationale economieën en de landen vormt. De verschillen in de nationale sanctieregelingen zijn niet alleen schadelijk voor de goede werking van de interne markt, maar bemoeilijken bovendien een doeltreffende bestrijding van namaak en piraterij. Afgezien van de economische en sociale gevolgen die namaak en piraterij met zich brengen, veroorzaken zij ook problemen op het gebied van consumentenbescherming, met name wanneer de volksgezondheid en de veiligheid in het geding zijn. De ontwikkeling van het gebruik van het internet maakt het mogelijk piraatproducten onmiddellijk en wereldwijd te verspreiden. Tot slot lijken er ook in toenemende mate banden te bestaan met de georganiseerde criminaliteit. De bestrijding van dit verschijnsel is daarom voor de Gemeenschap van essentieel belang. Namaak en piraterij zijn immers net zo attractief geworden als andere grootschalige criminele activiteiten, zoals de drugshandel. De potentiële winsten zijn erg hoog en de mogelijke strafrechtelijke sancties niet in evenredigheid daarmee. Richtlijn 2004/48/EG betreffende de handhaving van intellectuele-eigendomsrechten moet daarom worden aangevuld met strafrechtelijke bepalingen om namaak en piraterij krachtiger en efficiënter te kunnen bestrijden. Naast de in Richtlijn 2004/48/EG vastgelegde civiel- en bestuursrechtelijke maatregelen, procedures en rechtsmiddelen, zijn in bepaalde gevallen ook strafrechtelijke sancties een middel om intellectuele-eigendomsrechten te handhaven1. De inwerkingtreding van de TRIPS-overeenkomst, waarin minimumbepalingen over de rechtshandhavingsmiddelen betreffende de handelsaspecten van intellectuele eigendom zijn vastgelegd, is een aanzet tot harmonisering. Strafrechtelijke procedures en sancties behoren weliswaar tot die middelen, maar doordat de juridische situatie in de Gemeenschap grote verschillen vertoont, genieten de houders van intellectuele-eigendomsrechten niet overal op het grondgebied van de Gemeenschap eenzelfde niveau van bescherming. Op het gebied van strafrechtelijke sancties zijn er met name inzake de strafmaat aanzienlijke nationale verschillen. Vanuit het oogpunt van de impact op de grondrechten kan worden vermeld dat dit initiatief als onmiddellijk doel heeft artikel 17, lid 2, van het Handvest van de grondrechten ("Intellectuele eigendom is beschermd.") ten uitvoer te leggen. Dit gebeurt door onderlinge aanpassing van de nationale wetgevingen met volledige inachtneming van de rechtstradities en de rechtsstelsels van de lidstaten, alsmede van de overige grondrechten en de beginselen die in het Handvest zijn neergelegd. Bij de keuze van de straffen is uitgegaan van de ernst van de verschillende strafbare gedragingen, overeenkomstig artikel 49, lid 3, van het Handvest ("De zwaarte van de straf mag niet onevenredig zijn aan het strafbare feit."). Aangezien het doel het beste kan worden bereikt op communautair niveau, kan de Gemeenschap optreden op grond van het in artikel 5 van het Verdrag vastgelegde subsidiariteitsbeginsel. 1 Zie overweging 28 van Richtlijn 2004/48/EG van 29 april 1994 ("Naast de in deze richtlijn vastgelegde civiel- en bestuursrechtelijke maatregelen, procedures en rechtsmiddelen, zijn in bepaalde gevallen ook strafrechtelijke sancties een middel om intellectuele-eigendomsrechten te handhaven".) Inzake aangelegenheden die onder titel VI van het Verdrag betreffende de Europese Unie vallen, dient het instrumentarium te worden aangevuld met een kaderbesluit.

nl (last edited 2009-05-30 23:30:40 by localhost)